Sinds kort werk ik als project manager voor lokale energiecoöperaties bij REScoopNL| Energie Samen. Een leuke baan, waar ik veel hoor over de waarde van coöperaties voor participatie en draagvlak in de energietransitie. Lokale energiecoöperaties betrekken bij de energietransitie gaat alleen om zo veel meer dan draagvlak en participatie. Dat wil ik hier als burger in de energietransitie even kwijt.
Onlangs was ik op een bijeenkomst over de Regionale Energiestrategieën (RES) in Zuid-Holland. Kort door de bocht, moeten straks de dertig regio’s in Nederland, waarvan zeven in Zuid-Holland, een plan indienen over hoeveel energie de regio denkt te kunnen opwekken. De opbrengst van alle regio’s moeten samen genoeg zijn om de landelijke klimaatdoelstellingen te halen van 35 TWh. Dit wordt de landelijke ‘opgave’ genoemd.
Ik was bij die bijeenkomst als lid van de energiecoöperatie Haags Opgewekt en vanuit m’n nieuwe baan. Daar werd duidelijk dat de transitie niet alleen gaat om draagvlak bij de bevolking. Het gaat voor de coöperaties juist om eigendom en verantwoordelijkheid van burgers, als volwaardig partner in de transitie met overheid en bedrijven. Zodat het niet alleen een energietransitie wordt, maar ook een economische transitie waar iedereen een belang in heeft.
De Opgave en de Werkgroep
De landelijke opgave is om 35TWh op te wekken op Nederlandse grond, bovenop de 49TWh op zee. Die opgave is immens groot en de puzzel is heel complex. Maar het moet kunnen. Ik spreek bijna dagelijks met de mensen die het al doen. Dat zijn de mensen in lokale energiecoöperaties en burgerinitiatieven. Die zijn niet alleen bezig om te zorgen dat we straks helemaal op hernieuwbare bronnen leven, maar zij zorgen ook dat de opbrengst in de omgeving blijft en dat iedereen kan meedoen.
Elke regio moet straks een bod op tafel leggen met wat zij denken te kunnen bijdragen aan die landelijke opgave. Iedereen voelt aan dat de regio’s waar de meeste energie verbruikt wordt, niet de regio’s zijn die het straks kunnen opwekken. Daarvoor heb je ruimte nodig en dat is nou net wat de ‘vollere’ regio’s niet hebben. Wat dan veel ter sprake komt is een gevoel van oneerlijkheid. Iedereen die op school een opgave in een werkgroep heeft moeten maken, herkent dit gevoel; een paar leerlingen trekken de kar, een paar doen alleen wat er gevraagd wordt en dan zijn er altijd die klasgenoten die vrijwel niks doen, maar wel een grote mond hebben. Of het nou onwil is of onkunde van die klasgenoten, het levert frustratie op.
En waarom zou bijvoorbeeld Drenthe haar ruimte opofferen en haar best doen, terwijl een regio in de Randstad minder potentie heeft en dus minder hoeft op te leveren. De randstad verbruikt ten slotte veel meer, maar heeft zelf niet genoeg ruimte om z’n eigen energie op te wekken. Het grote verschil met het werkgroepje op school is echter dat energie dikke pegels oplevert. En daarom is dat lokaal eigendom zó belangrijk, energie die (gedeeltelijk) in eigendom van de omgeving wordt opgewekt. Dit schept niet alleen lokaal draagvlak, zo plukt de omgeving er zelf de vruchten van. Dat zorgt dat de economische balans weer de juiste kant op kantelt. Daar waar meer energie vandaan komt, daar zal meer geld naartoe stromen.
Ontwerp Klimaatakkoord
“…het streven dat de productie van hernieuwbare energie op land voor minimaal 50% in eigendom is van de omgeving.”
Hét zinnetje van de coöperaties
Hoe zit dat dan met lokaal eigendom? Voor degene die het gemist hebben: Belangenorganisatie ODE-decentraal (Energie Samen) zat namens de energiecoöperaties aan de elektriciteitstafel. Zo is in het (ontwerp) Klimaatakkoord deze belangrijke zin terecht gekomen: het streven dat de productie van hernieuwbare energie op land voor minimaal 50% in eigendom is van de omgeving. Voor projectontwikkelaars is dat mooi omdat lokaal eigendom zorgt voor draagvlak. Dat weten nog niet alle projectontwikkelaars. Daarom is het mooi dat het is opgenomen in het akkoord. Vanuit de omgeving, dus de burgers, het MKB, de gemeenten, is dit belangrijk omdat zij zo de vruchten kunnen plukken van de energie die zij opwekken, waar zij ruimte voor beschikbaar stellen, ook als die elders wordt verbruikt.
Van vicieuze cirkel naar communicerende vaten
De ene gemeente heeft meer mensen, meer middelen, maar inmiddels niet meer genoeg ruimte om je kont te keren, laat staan genoeg om energie op te wekken voor al die konten. De andere gemeente heeft meer ruimte, maar steeds minder middelen en omvang om betaalbare faciliteiten in de buurt te houden. Banken, zorginstellingen, scholen zijn daar steeds moeilijker om open te houden. Mensen trekken daarom naar gemeenten waar meer mensen zijn. Het geld gaat mee. Een vicieuze cirkel. Lokaal eigendom zorgt ervoor dat een overschot aan energie het geld weer kan doen stromen richting die kleinere gemeenten. Met dat geld kunnen faciliteiten worden bijgehouden en trekt dat op termijn vanzelf ook meer mensen.
Nieuwe lokale economie
Daarom zijn lokale energiecoöperaties samen met die 50% lokaal eigendom zó belangrijk. Dat gaat zorgen voor een eerlijk verdeelde economie. Het gaat dus niet alleen om draagvlak waar iedereen het over heeft, om snel projecten te realiseren zonder bezwaren en gemopper. Het gaat om samen de klus klaren en daar ook samen de vruchten van plukken. Via coöperaties en lokaal eigendom kunnen we die vicieuze cirkel van de oude economie doorbreken, waarbij geld meer geld aantrekt. Er komt weer balans in de verdeling van middelen en dat is waar de nieuwe burgereconomie naar toe moet. Nu begrijpen jullie wellicht waarom ik deze gigantische opgave zie als een gigantische kans.
Lees meer over ..
- Doe mee en word ook lid van een lokale energiecoöperatie.
- Onzemolen.nl – Voorbeelden van sociale windmolens via Urgenda
- Energie Samen – De Energietransitie, dat zijn wij!
- Klimaatakkoord – De elektriciteitstafel
- Regionale Energiestrategieën – Officiële website
- 070Groene kampioenen – Groene helden hier in Den Haag.